zondag 20 september 2009

Dômes de Miage

Vanaf de camping kijken we elke dag verlangend naar de Dômes de Miage. De overschrijding van deze kam ziet er zeer verleidelijk uit. Maar voordat we ons daaraan wagen is het hoog tijd om wat veiligheidstraining sneeuw en ijs te doen.
Hiervoor heb ik een helling uitgezocht die eenvoudig te bereiken is, namelijk met de kabelbaan naar de Aiguille des Grands Montets (3295 m.) Daar is een helling die steil genoeg is voor glij/rem-oefeningen, en tegelijk veilig (zonder spleten). Bovendien is er een plak blank ijs waar we de ijsschroeven in kunnen uitproberen.

















































Ruggelings glijden, voorwaarts glijden; vanuit elke positie met de pickel kunnen remmen, daar gaat het om. En je voeten omhoog houden, want met stijgijzers aan vlieg je anders over de kop.

Iedereen beleeft er grote pret aan, en het is nog nuttig ook. De reflexen die je zo leert heb je misschien binnenkort nodig.

























Met een pickel een dodemansanker maken, dat is ook leuk. Je kunt er lekker aan hangen. En natuurlijk de Seilrolle reddingstechniek oefenen, om iemand uit een gletsjerspleet te takelen. Dat is nog een hele hijs, vooral als er zo'n zwaargewicht als ik aan gaat hangen.


Met prachtig weer en helder zicht op de Mont Blanc is dit een uitstekende dag geweest.



En dan wordt het tijd voor de Dômes.
We gaan met z'n allen naar de hut Refuge des Conscrits (2602 m), en dan splitsen we in twee groepen.
De wandeling naar de hut heeft prachtige stukken, incl. een paar steenbokjes, maar ook vervelend gestrompel over de grove morenen bovenop de gletcher.









































En een paar spannende ladders...




















De hut blijkt zeer modern en goed geoutilleerd te zijn. Onze bouwkundestudent loopt verlekkerd rond te kijken; de indeling en vormgeving is dan ook bijzonder.
Het panorama vanaf de hut is bepaald indrukwekkend (foto aanklikken!)







Team A telt de zes groepsleden met de ambitie om de Mont Banc te gaan doen: AJ, Jos, Tamara, Wouter, Pieter en Maarten. Zij zullen met deze tocht ook hun uithoudingsvermogen en looptempo moeten testen, want de MB is nog veel zwaarder.



















Team A gaat de Dômes 'andersom' doen, beginnend bij de Aig. de Bérangère (3425 m) en dan de graat naar de Dômes (3670 m) op. Naar bevind van zaken dan doorlopen en via de Col des Dômes afdalen, of terug via dezelfde route.

Team B houdt het bij de Aig. de Bérengère. Dat zijn Annemiek, Jochem, Ruben en ik. Wij starten een uur later, zodat we met daglicht kunnen beginnen.
Het eerste stuk van de route gaat een beetje rommelig. We kunnen zien naar welke morenenrug we moeten, maar er is geen duidelijk spoor omhoog. De meeste mensen lopen de tocht andersom, en het dominante spoor loopt dan ook naar de gletsjer.



We volgen die uiteindelijk toch te lang, en moeten dan zelf spoorzoeken door de rommelige helling. Er staan verse voetsporen in de sneeuw, dus we zijn niet de eersten die het vandaag zo doen. Misschien zijn het sporen van Team A?










Uiteindelijk komen ook op deze manier bovenaan de morenenrug uit, op de sneeuwvlakte onder de top. Een grote steen in het midden is een mooi punt voor het tweede ontbijt.






































Het lijkt nog maar een klein stukje naar de top, maar dat valt zoals altijd in de bergen toch weer tegen.




















Voor de boys is dit een nieuw hoogterecord. Voor Jochem is zo'n top zelfs een geheel nieuwe ervaring.
We hebben er een prachtige zonnige dag voor uitgekozen.




















De Mont Blanc hult zich in sluiers. Beetje preuts staan doen, maar het is wel een bitch!






Team A is niet in beeld. Die zijn doorgegaan naar de Col des Dômes en lopen over de gletsjer terug.
Ik kan daar geen verhaal bij vertellen, want ik was ik niet bij :( Maar hier is een beeldverslag:











































































































Terug in de hut kan Team B lekker van de lunch genieten, wachtend op Team A. Ruud ziet ze op een gegeven moment over de gletsjer lopen. In een noodtempo! Aha, AJ loopt voorop, vandaar. We moet haast maken om tijdig de gletsjer te bereiken, anders lopen we elkaar nog mis. Halverwege beginnen we maar vast te roepen, en gelukkig hoort Team A dat. Ze wachten op ons bij het toegangspunt tot de gletsjer, net vóór de spletenzône.

Ze zitten er uitgeput bij en tot mijn verbazing willen ze hier van de gletsjer af en over de zijmorenen naar beneden. Dat lijkt me geen goed idee; die hellingen zien er niet toegankelijk uit, en we hebben ons laten vertellen dat de spletenzône goed te doen is. Het lijkt er op dat Team A de gletsjer gewoon spuugzat is.
Nou ja, nog even doorzetten jongens. Team B heeft wat meer energie, en zet de tocht door de spletenzône in. Het blijkt inderdaad erg mee te vallen.

Dan weer die stenenzooi door, en het op-en-neer pad naar de hut volgen. Bij de oudjes beginnen er allerlei pijntjes op te spelen; rug, knieën, enkels... Wij gaan dan ook steeds langzamer, en de kids verdwijnen uit beeld. Bij de hut Tré la Tête komen we elkaar weer tegen.



















Ik besluit daar te blijven overnachten, en mijn knieën rust te gunnen. Ruud en Ruben blijven ook, en we hebben nog een goede nacht in een ouderwetse hut met slaapzaal.

Team A heeft de test goed doorstaan, en zou de MB kunnen proberen, als het weer meezit. Tot nog toe is het erg wisselvallig geweest, en twee mooie dagen achter elkaar waren zeldzaam...

Niet gelukt...

Helaas, mijn hoop dat het met mijn conditie nog snel goed zou komen is niet bewaarheid. Zo'n longontsteking hakt er dieper in dan je zelf in de gaten hebt. Pas als het erop aan komt val je door de mand. Bij mij gebeurde dat al meteen op de eerste dag van de eerste meerdaagse tocht.

De eerste dagwandeling gaat nog goed. Lekker met z'n allen een pasje doen, met een mooi uitzicht op de Dômes de Miage, een kudde schapen die op hol slaat.






















Ik kan mijn normale tempo omhoog goed volhouden, met 900 m. hoogteverschil. Kortom, een geslaagde eerste test, en ik ben hoopvol gestemd.












Het plan was om vervolgens een dagje te gaan oefenen op een gletscher, en daarna een driedaagse tocht te maken, met beklimmingen van de Aiguille du Tour en de Aiguille d'Argentière (zie blogbericht 'Tour Argentière'). Het instabiele weer dwingt ons echter tot een wijziging. We moeten direct met de driedaagse toer beginnen, anders gaat het niet meer lukken. Dan maar onderweg op sneeuw en ijs oefenen.
Dus meteen proberen om de eerste hut, Refuge Albert I, te boeken voor 13 personen... Helaas zit die helemaal vol, en dat geldt ook voor de rest van de week. Het blijkt een jubileumweek te zijn voor deze hut (50 jaar geleden geopend door de Belgische koning Albert I). Wat nu? Wat zijn de alternatieven?

Uiteindelijk is de enige mogelijkheid om een variant van de toer vanuit Zwitserland te doen. Dat betekent wel een langere rit en een langere aanloop naar de eerste hut. En wat logistieke trucjes met auto's op drie verschillende plekken, zodat we verschillende opties ophouden voor de afdaalroute.




















We beginnen na filerijden, boodschappen doen en Zwitsere franken pinnen, uiteindelijk pas om een uur of twee te lopen, en ik merk meteen dat het niet goed zit. Het lopen met een volle rugzak valt me zwaar, en ik loop al direct te hijgen, terwijl we nog nauwelijks aan het stijgen zijn. Na de gezekerde rotspassages halverwege is de pijp leeg, en kan ik de groep niet meer bijhouden.



















Jos blijft gelukkig bij me. Op de morenen schuifel ik echt als een oud mannetje omhoog. Zonder stokken was dit niet gelukt. Voor Jos is dit slakkentempo heel vervelend, want zonder stokken kan hij zijn evenwicht moeilijk bewaren, zonder de dynamica van de beweging.



















Kort voor de hut komt Wouter nog even naar beneden sprinten om mijn rugzak over te nemen. Toch wel handig om zo'n jongen met een overmaat aan energie bij je te hebben :)
De vriendelijkheid van de vrijwilligsters in de Cabane de Saleina (2691 m) is hartverwarmend. Je wordt daar verwelkomd met warme thee, en een zorgzaamheid die zeldzaam geworden is.

Ik heb nog zelden zo diep in mijn reserves moeten tasten, en dat ik het gehaald heb is puur op wilskracht. De conclusie is duidelijk: voor mij geen Mont Blanc dit jaar. Ik ga met Team B meedoen...

Na een poosje slapen en overleg met Jos en AJ, die nu de groepsleiding met z'n tweëen doen, besluit ik om de volgende dag wel mee te gaan naar de pas, maar niet de topbeklimming van de Aiguille du Tour te proberen. Zeshonderd hoogtemeters over de gletscher en dan rechtsaf afdalen naar de Cabane du Tour lijkt nog net haalbaar.

























Het wordt een prachtige tocht, zo met drie touwgroepen over de gletschers, maar aan mij is het niet besteed. Ik merk dat ik er niet van kan genieten; heel ongewoon voor mij. De uitputting van de vorige dag zit nog te diep in mijn hoofd, en ook deze dag kan ik het maar net bijbenen.


























Op de pasovergang Fenêtre de Saleina (3267 m) aangekomen blijkt dat we veel tijd verloren hebben. Niet alleen door mijn lage tempo, maar ook doordat een deel van de groep voor het eerst met stijgijzers en touw loopt. Aan- en inbinden ging nog niet bepaald soepel. Dat oorspronkelijke plan, om eerst eens een dagje te oefenen, was nog niet zo gek...
Bovendien dreigt het weer om te slaan - er hangen donkere wolken achter de Aig. du Tour - dus we besluiten om allemaal zo snel mogelijk af te dalen naar de Cabane du Trient. Geen topbeklimmingen dit keer. Tijdens de afdaling (nou ja, afdaling; het was grotendeels vlak) begon het keihard te waaien en (licht) te sneeuwen. De jongsten en de oudste (ik) waren er helemaal klaar mee, en blij in de warme hut (3170 m) aan te komen. Sinds de vorige keer dat we er waren (1987) is er een flinke eetzaal aangebouwd, met prachtige panorama-ramen die zicht geven op het hele Plateau de Trient en omringende bergen.

De volgende ochtend dalen we over de grotendeels apere gletscher af richting Campex.



















Het is even zoeken naar het juiste punt om van de gletscher op de morenenrug te komen. Misschien wat te laag, maar bijna aan het eind van de gletschertong vind ik een geschikt spoor.
De traverse naar de stoeltjeslift van Champex blijkt onverwacht lang. Er lijkt geen einde te komen aan het op en neer gaande pad. Maar uiteindelijk zitten we aan een welverdiend biertje resp. frisdrank, terwijl we op het terras wachten tot de lunchpauze van de lift voorbij is. Het prachtige uitzicht is nog verrijkt met wat allochtoon vee.



















Tamara en Maarten zijn onvermoeibaar, en lopen naar beneden. De rest neemt de stoeltjeslift, en heeft de tijd voor een lekkere ijscoupe aan en waterfietsen op het Lac de Champex. Nog wel even met een paar chauffeurs de diverse auto's ophalen.

Zo keren we terug van een mooie toer, maar zonder (letterlijke) hoogtepunten.
Zelf heb ik afscheid moeten nemen van mijn topambities. Wel even slikken, maar het is niet anders. Gelukkig ben ik hier met een heel gezellige vriendengroep, dus het wordt toch wel een leuke vakantie.

Lees over de rest van de tochten in de volgende blogs.